Preek van de week, zondag 28 augustus

Voorganger: Ds. D. Visser, Dicht bij God

Vandaag vieren we avondmaal. Is dat voor u een ritueel of een hoogtepunt, waarin Jezus nog dichter bij komt dan in het woord? De maaltijd is een teken van Jezus voor allen wie Zijn lieve naam belijden.

In het gelezen gedeelte komt naar voren, dat we ooit in de stad van God zullen zijn. Geen ellende, geen ziekte, geen oorlog meer.

Iedere zondag oefenen we een beetje voor die tijd. Je krijgt een kleine impressie van de grootheid. De engelen vieren feest. Zij kijken uit naar de grote dag dat Gods volk met zijn allen bij elkaar komt.

In het centrum staat God, die zegt: “Ik ben de rechtvaardige rechter.” De gemeente van Hebreeën had het niet makkelijk. Ze had last van lauwheid. Ook in de huidige tijd lijkt een kerkdienst soms meer een gezellig samenzijn dan een ontmoeting met God in ons midden. Maar vergeet niet,  dat God ons te Zijner tijd ter verantwoording roept en zegt: Waar was je nou?

Je geloof in Jezus moet wel uit de verf komen en als je eerlijk naar jezelf kijkt, kun je soms denken dat het nooit meer goed kan komen. Maar dan is daar Jezus, de middelaar. Hij heeft zichzelf voor ons gegeven. Hij brengt ons de Genade van God.

De maaltijd is bedoeld als een feest, als een voorbode van de vreugde in het Koninkrijk van God. Het gesprenkelde bloed in de tekst verwijst naar de Grote Verzoendag uit het Oude Testament. Als de Hogepriester het bloed had gesprenkeld en terugkwam mocht hij spreken van verzoening en vernieuwing. Maar dat was nog niks bij wat de Here Jezus schenkt. Hij maakt het voor altijd goed tussen God en de mensen. Hij geeft ons als het ware een bloedtransfusie. Ter vergelijking wordt het bloed van Abel genoemd, dat om wraak schreeuwt. Het bloed van Christus spreekt daarentegen niet van vergelding, maar van verzoening. Hij zorgt er gegarandeerd voor, dat de relatie tussen God en de Zijnen voor altijd hersteld wordt.

Kijk in het archief kerkdiensten om de hele kerkdienst te kijken en te beluisteren.

Tekst van de dag

Een dwaas veracht zijn vaders vermaning, wie berispingen ter harte neemt is verstandig.