Preek van de week, 21 nov

Voorganger: Ds. J. Maasland, Geloven is weten, dat je leeft voor Gods rekening

De tekst van vandaag: Jesaja 40 : 1 – 11 en Romeinen 14 : 7 – 9

We zongen zojuist het lied “Groot is uw trouw o Heer”. Zingen van Gods trouw kan op veel momenten. Je kunt al zingen van Gods trouw bij het opstaan ’s morgens omdat je dankbaar bent dat er weer een nieuwe dag voor je ligt. Maar er zijn ook momenten en tijden, dat je Gods trouw niet ervaart. Als het tegenzit in je leven en je levenspad niet over rozen gaat.

Zo ook bij het volk Israël in de tijd van Jesaja. Jeruzalem in puin, het land verlaten, het volk in ballingschap.

We lijken in de kracht van ons leven heel wat, maar ons leven hier op aarde is tijdelijk en gaat voorbij. Die gedachte kan je treffen bij het aansteken van een kaars voor een geliefde die je ontvallen is, als je je misschien afvraagt: Wanneer wordt voor mij een kaars aangestoken?

Je kunt zingen van de trouw van God door je verdriet en je tranen heen omdat je weet, wat die trouw betekent. Die trouw is samen te vatten in één naam: Jezus Christus. God zond Hem naar deze wereld. Zijn leven, Zijn lijden, sterven en opstaan geeft ons hoop.

De kaarsen ter nagedachtenis aan de overledenen zijn ontstoken aan de Paaskaars. Het licht van de Paaskaars breidt zich uit in de kaarsen die zijn aangestoken.

De trouw van God is het enige houvast, dat we hebben. Geloven is weten, dat we leven voor Gods rekening. Het is soms moeilijk te zien, maar in het diepste duister straalt het licht van Jezus’ overwinning.

Vandaag gedenken we de overledenen van het afgelopen jaar uit onze gemeente. En volgende week zondag is het eerste Advent. We kijken terug, we kijken omhoog en we kijken vooruit. We verwachten Hem die komen zal. We zijn aan elkaar gegeven om op die weg elkaar te steunen en te bemoedigen. Verbonden met elkaar, kwetsbare mensen, weten we ons, kome wat komt, geborgen bij God.

Kijk in het archief kerkdiensten om de hele kerkdienst te kijken en te beluisteren.

Tekst van de dag

Hij alleen is mijn rots en mijn redding, mijn burcht, ik zal niet wankelen.